Het is Pasen!
En nee, verwacht geen eier-, chocolade- of hazensoep van Soepiemonster. Wel ben ik met vrolijke Paasachtige kleuren aan de slag gegaan. Althans, het verschilt maar een lettertje…
Deze paarse rodekoolsoep met peer en pistache is niet alleen een lust voor het oog, maar smaakt ook nog fantastisch lekker. Lichtzoet door de stoofpeer, maar niet té.
Alleen al voor dat prachtige plaatje zou je hem namaken, of niet?
Ingrediënten
Mogelijke bereiding (of hoe ik dat deed)
aars of niet: de bereiding van deze soep begint zoals vrijwel alle andere. Oftewel, pel en snipper de ui en de knoflook. Je weet toch.
Ook de rode kool gaat eraan. Snijd de kool fijn en geef de groente een frisse douche, onder de koude kraan. Afdrogen hoeft niet.
Verhit een scheut olie in een flinke soeppan en fruit de ui en knoflook. Voeg na een paar minuten de rode kool toe en laat even stoven met de deksel op de pan.
Zet de boel onder water, ruim een halve liter zal er wel in gaan. Gooi het groentebouillonblokje in de pan erbij en breng de soep aan de kook. Laat het ongeveer een kwartier zacht koken.
Snijd de steeltjes en klokhuizen uit de stoofperen en gooi wat overblijft in de pan erbij. Controleer of de rode kool ook lekker zacht is en voeg de crème fraîche toe.
Het moment is daar! Pureren maar! Je zal zien hoe mooi de kleur wordt, zodra de staafmixer haar werk begint te doen.
Breng de soep verder op smaak met een beetje peper en zout.
Schep de soep in kekke kommen en decoreer met crème fraîche en de fijngehakte pistachenootjes.
Paarse Pasen!
Zelfgemaakte stoofpeertjes
Voor deze soep gebruikte ik stoofperen die over waren van de dag ervoor. Eerder had ik ze als volgt gemaakt, waarna ik ze lekker heb opgepeuzeld met volle kwark en kaneel.
Schil de stoofperen, maar snijd niet het steeltje eraf. Je wil immers wel dat ze er klassiek uitzien.
Zet ze in een pannetje en voeg de wijn toe. Doe er water bij, net zo lang tot de peren onder staan. Voeg de kruiden en specerijen toe, evenals de suiker en de citroen natuurlijk.
Zet de kookplaat aan en laat het op een laag vuurtje (of een lage stand) stoven. Meestal zouden de peren na een uur wel zacht moeten zijn, maar deze hadden wat meer tijd nodig. Dat maakte ze er overigens niet minder lekker op!
